Motie betreffende het wetsontwerp dat woonstbetreding toelaat
Gemeenteraad van 30 januari 2018
De gemeenteraad van Vorst,
Overwegende het feit dat de Commissie Binnenlandse Zaken van de Kamer op dinsdag 23 januari laatstleden het wetsontwerp heeft onderzocht dat woonstbetreding toelaat met het oog op het arresteren van een illegaal verblijvend persoon;
Overwegende het feit dat de wet aan de veiligheidsdiensten reeds de mogelijkheid biedt om tussen te komen en om elke persoon te controleren die de openbare orde in het gedrang zou kunnen brengen;
Overwegende dat het wetsontwerp erop gericht is de wet zo te wijzigen dat de onderzoeksrechters zo goed als verplicht zijn deze woonstbetredingen toe te laten;
Overwegende dat volgens artikel 15 van de Grondwet de woning onschendbaar is, dat de uitzonderingen op de onschendbaarheid van de woonplaats uiterst strikt zijn en dat de onderzoeksrechter slechts een huiszoeking beveelt in het kader van een overtreding of van een strafrechtelijk onderzoek en niet van een administratieve procedure;
Overwegende dat het Grondwettelijk Hof, in zijn recent arrest 148/2017 van 21 december 2017 sommige bepalingen van de Potpourri II-wet censureert, en precies de mogelijkheid annuleert om over te gaan tot een huiszoeking via een mini-onderzoek:
« Vanwege de ernst van de erdoor teweeggebrachte inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op de onschendbaarheid van de woning, beslist het Hof dat de huiszoeking, in de huidige stand van het recht inzake de strafrechtspleging, enkel kan worden toegelaten in het kader van een gerechtelijk onderzoek. Het toestaan van huiszoekingen via een mini-onderzoek in het kader van het opsporingsonderzoek, zonder te voorzien in bijkomende waarborgen ter bescherming van de rechten van verdediging, schendt het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op de onschendbaarheid van de woning »;
Overwegende dat deze redenering a fortiori van toepassing is in het kader van een administratieve procedure;
Overwegende dat het wetsontwerp de illegaal verblijvende personen stigmatiseert door de meest fundamentele rechten van de verdediging te schrappen en door een administratieve procedure gelijk te stellen aan een strafrechtelijke procedure;
Overwegende dat het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op de onschendbaarheid van de woning fundamentele beginselen zijn die beschermd moeten worden;
- Nodigt het federaal Parlement uit om het wetsontwerp in kwestie te verwerpen;
- Nodigt de federale Regering uit om zijn positie ten aanzien van de verschillende adviezen, die tot nu toe werden uitgebracht door de Raad van State, de orde van advocaten, de vzw “Association Syndicale des Magistrats” en de verschillende burgerverenigingen (CNCD, Liga voor Mensenrechten, Ciré, …) opnieuw in overweging te nemen;
- Belast het College ermee deze motie over te maken aan de heer Kamervoorzitter, aan de verschillende fractieleiders in het parlement, aan de heer Eerste Minister, aan de heer Minister van Binnenlandse Zaken en aan de heer Minister van Justitie.